De alvleesklier (het pancreas) is een langgerekte trosvormige klier, die een belangrijke rol speelt bij de spijsvertering. Bij volwassenen is de alvleesklier circa 12 tot 15 cm lang en 1 tot 3 cm dik. De alvleesklier ligt links achterin de bovenbuik: de kop ligt in de bocht van de twaalfvingerige darm, terwijl de staart achter de maag langs schuin omhoog naar links gaat.

De alvleesklier heeft twee belangrijke functies:

  • De endocriene functie, die een belangrijke rol speelt bij de suikerstofwisseling en het regelen van de bloedsuikerspiegel.
  • De exocriene functie, die een belangrijke rol speelt bij de spijsvertering.

Hoe regelt de alvleesklier de bloedsuikerspiegel?

In de alvleesklier zitten kleine klieren die onder andere het hormoon insuline produceren : de ‘Eilandjes van Langerhans’. Naast insuline produceren ze ook glucagon. De werking van glucagon is precies tegengesteld aan de werking van insuline.

De hormonen insuline en glucagon spelen een essentiële rol bij de suikerstofwisseling in ons lichaam. Zij zorgen ervoor dat het bloedsuikergehalte in balans blijft. De alvleesklier reageert op de hoeveelheid suiker in het bloed. Als het suikergehalte stijgt (bijvoorbeeld na een maaltijd)  dan maakt de alvleesklier meer insuline aan. Insuline stimuleert de lever en de spieren in ons lichaam om meer suiker (glucose) uit het bloed op te nemen. De lever en de spieren slaan glucose vervolgens op in de vorm van glycogeen. De suikerspiegel raakt daardoor weer in evenwicht.

Als de suikerspiegel te laag is, produceert de alvleesklier glucagon. Glucagon zorgt ervoor dat het opgeslagen glycogeen in spiercellen en levercellen, weer omgezet wordt in glucose. Dit glucose zorgt voor een stijging van de bloedsuikerspiegel.

Bij patiënten met diabetes mellitus (suikerziekte), maakt de alvleesklier te weinig insuline aan. Of het lichaam is ongevoelig geworden voor insuline, waardoor het zijn werk niet goed meer kan doen. Hierdoor blijft er teveel glucose in het bloed aanwezig. Dit veroorzaakt allerlei klachten, en op lange termijn kan schade aan diverse organen ontstaan.

Alvleesklier en spijsvertering

De alvleesklier produceert alvleeskliersap, dat belangrijke spijsverteringsenzymen bevat. Dit sap wordt via kleine afvoerbuisjes, die samenkomen in één grote afvoerbuis (pancreasbuis), afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. Vlak voordat de pancreasbuis in de twaalfvingerige darm uitmondt, komt deze samen met de galafvoergang. De plek waar de pancreasbuis en dus de galafvoergang uitmonden in de twaalfvingerige darm heet de ‘Papil van Vater’.

De twaalfvingerige darm is het eerste deel van de dunne darm. Spijsverteringssappen (alvleeskliersap en galvloeistof) worden hier toegevoegd aan het voedsel dat de maag verlaat. Deze sappen helpen verderop in de dunne darm met de vertering van voedsel.

De alvleesklier produceert per dag ruim een liter alvleeskliersap. Dit sap wordt niet de hele dag door afgegeven aan de twaalfvingerige darm. Wanneer we voedsel zien, ruiken, proeven of doorslikken krijgen de hersenen een seintje dat er voedsel in aantocht is. Dit signaal wordt ook doorgegeven aan de alvleesklier. Deze begint vervolgens met het aanmaken van alvleeskliersap. Ook de aanwezigheid van voedsel in de maag en de twaalfvingerige darm, stimuleert de alvleesklier tot het aanmaken van alvleeskliersap.

Alvleesklier produceert spijsverteringsenzymen

Alvleeskliersap bevat spijsverteringsenzymen, die op de voedselbrij in de dunne darm inwerken. Door de inwerking van spijsverteringsenzymen, komen belangrijke voedingsstoffen vrij. Deze voedingsstoffen kunnen vervolgens via de wand van de dunne darm in ons lichaam worden opgenomen.

De belangrijkste spijsverteringsenzymen in alvleeskliersap zijn:

  • Amylase : voor de vertering van suikers
  • Lipase : voor de vertering van vetten
  • Trypsine : voor de vertering van eiwitten
Back To Top